Voordat ik uit Bucaramanga vertrek ga ik op zoek naar een vervanging voor mijn binnenband. Eerder was ik al bij de Yamaha dealer, maar daar konden ze me niet helpen. Ook niet na wat bellen met andere Yamaha dealers. Zodra ik langs een Honda dealer rijd, zet ik de motor stil en besluit het daar eens te proberen. Een binnenband is immers universeel en niet merk gebonden.
“Welk type motor heeft u?”
“Een Tenere 700.”
De man draait zich om naar een collega en zoekt bevestiging of dit type Honda wel bestaat.
“Nee, ik heb geen Honda. Het is een Yamaha.”
“Oh nee, maar wij zijn een Honda dealer.”
“Dat weet ik, maar ik heb alleen een binnenband nodig.”
“Nee, maar dat gaat niet. U heeft een Yamaha en dit is een Hondagarage.”
Veel zaken lijken juist minder ingewikkeld in dit land. Echter, de complexiteit van sommige zaken moet je waarschijnlijk niet eens proberen te snappen. Het is niet de eerste keer, dat men mij niet wilde helpen vanwege het merk motor. Ik besluit na het ophalen van telefoon in Tunja ook weer een bezoekje te brengen aan Bogota. Daar weet ik een straat waar ze alleen maar motoronderdelen verkopen. Daar moet ik succes kunnen hebben.
Het plan is om via diverse kleinere dorpjes naar Tunja te rijden. Ik beland in dorpjes met mooie kerkjes met mooie pleintjes.
Het doet heel anders aan dan de grote steden. Er liggen geen zwervers, geen afval en er is genoeg onderhouden groen. De dorpjes zijn aan elkaar gevlochten door mooie bochtige wegen door de bergen. Echter, zodra ik Zapatoca uitrijd verandert het wegdek. ‘Obra’, oftewel wegwerkzaamheden. Het duurt niet lang of …….
“De weg is afgezet!”
Het doel is om vandaag uit te komen in Barichara. Volgens google maps duurt dat nog wel even en in het donker rijden is niet mijn hobby. Straten zijn dan niet verlicht en de eventuele gaten in de weg zijn dan al snel niet meer goed zichtbaar.
“Wanneer gaat de weg weer open?”
“Om 4 a 5 uur kan je er weer door.”
Ik kijk op de klok en zie dat het nog niet eens twee uur is.
“Is er geen andere weg naar Barichara?”
“Je kan de 45A nemen.”
Ik realiseer me dat dat de weg is, die ik voor het weekend heb genomen om in Bucaramanga te komen.
“Dan moet ik weer helemaal terug naar Bucaramanga?”
De vrouw knikt bevestigend en ik draai de motor. Dat is een omweg van zo’n 100 kilometer over een weg, die bezaaid is met traag vooruit kruipende en zwarte rook walmende, herrie makende vrachtwagens. Leuke weg om met de Tenere 700 te spelen, maar ook erg vermoeiend. Je moet constant alert zijn op tegemoet komend verkeer, spookrijders, achterop komend verkeer en je bent constant bezig met inhalen en gaten ontwijken. In Zapatoca parkeer ik de motor voor de ingang van een bakkerij. Met de standaard landend op het symbool waaruit moet blijken dat je er niet mag parkeren, loop ik de bakkerij binnen voor een dosis cafeïne.
“Mag ik hier voor parkeren?”
“Tuurlijk!”
Tuurlijk, stomme vraag. Ik tik drie koffie weg, eet me vol aan lekkernijen en ik ga het nog eens proberen. Uiteraard is de weg nog niet vrijgegeven. Ik zet de motor vooraan de inmiddels stilstaande file en ga een praatje aan met mijn collega motorrijders. Een uur lang ouwehoeren we wat, totdat er ineens beweging komt in de verkeersleider. De barricade wordt aan de kant geschoven en ik spuit als eerste weg. De weg voor me is van slechte kwaliteit. De veerwegen van de kleinere machines, zijn niet van dien aard dat ze me kunnen volgen. Aangezien ik niet achter langzaam rijdend verkeer wil belanden, zorg ik dat ik maar beperkt stop onderweg.
Ik neem een afslag en de weg wordt smaller en nog slechter. Ik krijg sterk mijn twijfels dat ook de wat gebrekkigere auto’s in de rij van wachtenden, deze weg kunnen berijden. Ik kijk nog eens op mijn navigatie en ineens lijkt de route aangepast. Ik pak mijn telefoon erbij en kom tot de conclusie dat ik het verkeerde pad ben ingeslagen. Er lijkt ook geen doorgaande route mogelijk, zodat ik uiteindelijk weer op de juiste weg richting Bachara kom.
‘Hopen dat het verkeer nog niet zover gevorderd is!’
Op de weg terug beland ik achter een volgepakte pickup. Het pad is droog en de pickup werpt een wolk van stof op. De bochten volgen elkaar op en de pickup gaat van links naar rechts over de weg. Er is geen mogelijkheid om een passeermanouvre uit te voeren. De pickup stuitert over de weg, terwijl ik het idee heb, dat we maar wat voort sukkelen. De motor begint grijs uit te slaan van het stof en ik begin op zand te kauwen. In het eerste de beste dorpje geloof ik het wel en besluit daar een bed te zoeken.
“Is er ergens in het dorp een hotel?”
De vrouw begint te lachten. Een hotel blijkt er niet te zijn, maar wel een hospedaje. Ik verbaas me altijd over de naamgeving voor iets dat mijns inziens hetzelfde is, motel, hotel, hospedaje. Ze hebben allemaal een douche en bed. In het geval van een motel, zelfs soms een bubbelbad in de slaapkamer. Na een douche loop ik over het pleintje. Met een koud biertje probeer ik de restjes zand weg te spoelen. Wat een rust!
De volgende dag vlieg ik over het pad naar Barichara. Barichara is een veel toeristischer dorp en dat is dan ook meteen te merken. Bussen, taxi’s en veel aanwezige mensen. Het toerisme haalt toch altijd weer een beetje van de magie weg van een plek. Veel behoefte om hier te verblijven voel ik niet, ondanks dat ik wel mijn eerste mede motorreiziger ontmoet. Thomas is een Oostenrijker die het plan heeft opgevat om door Venezuela te gaan rijden. Precies mijn plan om over 2 maanden op te pakken na een 3 maanden verblijf in Colombia.
Mooi verhaal weer kerel. Bedankt ook voor de tips, zullen Colombia zeker overwegen.
Hoe lang ben je deze keer van plan te gaan reizen eigenlijk? En ga je ook nog remote werken?
Geen idee hoelang! Dat hangt af van de zin en van mijn bankrekening. Vooralsnog denk ik aan jaren. Mogelijk dat ik dan af en toe weer naar Nederland afreis. Is ook weer afhankelijk van of ik remote ga werken. Die optie is zeker aanwezig en lijkt me ook een mooie afwisseling!